Er zijn er die volgroeid ten tonele verschijnen en onmiddellijk hun eigen hoekje opeisen in een zee van mogelijkheden, waarvan Thelonious Monk het voornaamste voorbeeld is (ook al duurde het even voordat iedereen het doorhad). En dan zijn er degenen van wie potentieel en persoonlijkheid vanaf het begin voelbaar zijn, maar die hun traject beschouwen als een laboratorium van mogelijkheden. Niet om te suggereren dat ze bescheiden beginnen en langzaam beter worden in hun job, maar sommigen blijven hun positie verrijken en verfijnen met elke nieuwe stap. Bram De Looze (°1991) is zeker zo’n muzikant, altijd op zoek naar nieuwe opties, omwegen en mogelijkheden om zijn kunst uit te breiden.
Naarmate De Looze’s discografie en web van nationale en internationale connecties groter worden, wordt steeds duidelijker hoe persoonlijk zijn muziek is en hoe ze erin slaagt een innerlijke drang te combineren met een uiterlijke nieuwsgierigheid. Zijn spel is verfijnd en doordacht, niet alleen cerebraal. De pianist is altijd op zoek naar nieuwe uitdrukkingswijzen, en experimenteert niet alleen met de hoofdingrediënten melodie, harmonie en ritme, maar gaat ook naar een fundamenteler, dieper niveau, waar resonanties, stemmingen en dichtheden voortdurend binnenstebuiten worden gekeerd als onderdelen van een gestaag work-in-progress.
De Looze maakte zijn entree in de nationale jazzscene met LABtrio (met Anneleen Boehme en Lander Gyselinck) en maakte meteen indruk met zijn rijke taal, technische vaardigheid en maturiteit, wat hem veel lof opleverde van zijn collega’s. Zoals zo vaak gebeurde, was het een periode van studeren in het buitenland (aan de New School For Jazz And Contemporary Music in New York, waar hij onder meer studeerde bij Uri Caine en Marc Copland) die de zaken aanzienlijk versnelde. De Looze lanceerde het internationale Septych, bracht een album uit op het bejubelde Clean Feed-label en bleef zoeken naar nieuwe uitdrukkingsvormen. Een voorbeeld daarvan is zijn trio met mede-Belg Robin Verheyen en drummeester Joey Baron, dat in 2019 met veel bijval MixMonk uitbracht.
Er was meer. Naast het verstevigen van de steeds groter wordende groep gelijkgestemde muzikanten (Stéphane Galland, Antoine Pierre, Dre Hocevar,…), zette De Looze ook een solotraject in, en nauwelijks een regelmatig traject. Na een bezoek aan de collectie pianofortes van Chris Maene startte De Looze een project met drie van deze instrumenten, waarbij hij hun historische positie vanuit een hedendaags standpunt benaderde. Het album Piano e Forte (2016) en de bijbehorende tournee werden lovend ontvangen. Twee jaar later nam hij Switch The Stream op met de revolutionaire Chris Maene Straight Strung Grand Piano, waarmee hij opnieuw historische wortels combineert met moderne technieken en perspectieven. Zijn meest recente soloalbum – Colour Talk – introduceert een Straight Strung Grand Piano van Rafael Viñoly, de volgende stap in de fusie van geluid, conceptie en ontwerp.
Nu de geschiedenis van jazz en klassieke muziek zich steeds verder uitbreidt en beschikbaar komt, kan het een uitdaging worden om je eigen stempel te drukken als muzikant en componist. Met technische vaardigheid en oneindige kennis van composities kun je een tijdje indruk maken, maar het volstaat niet om een impact te maken die blijft hangen. Je kunt De Looze in verband brengen met veel van de huidige pianomeesters, maar slechts tot op zekere hoogte, want hij weet er altijd een eigen draai aan te geven. Hij deelt een talent voor heruitvinding met Jason Moran, maar doet dat vanuit een totaal andere invalshoek. Net als Fred Hersch blijft hij die toets verfijnen, maar blijft hij weg van de romantiek. Hij heeft de brede verbeelding van een Mehldau, maar vervangt de Panavision-aanpak door een intiemere. Af en toe doen De Looze’s herkauwingen denken aan Craig Taborn’s architectonische complexiteit, maar met een minder grote focus op de lichamelijkheid.
De Looze’s kunst gaat vooral over vormverandering. Niet in de zin van het vervangen van één ding door iets totaal anders, maar met een focus op gestage evolutie, het gebruik van verschillende idiomen (of het nu jazz, klassieke muziek of vrije improvisatie is) en heruitvinding. Het is een universum waar meditatie en avontuur, dissonantie en zuiverheid naast elkaar bestaan in een niet aflatende poging om het ongrijpbare te vangen.